Daadwerkelijk gedrag waarnemen
We voeren een observatie uit om erachter te komen hoe de doelgroep daadwerkelijk omgaat met uw website. De andere methoden zijn over het algemeen gericht op het achterhalen van de wensen, behoeften en meningen van respondenten, we krijgen informatie door te luisteren naar wat zij zeggen. Wat ze zeggen en wat ze doen kan echter verschillen. Daarom moet we altijd controleren of ze ook daadwerkelijk doen wat ze zeggen te doen. Dat doe we doormiddel van een observatie.
Observeren wordt soms ook usability testing genoemd, omdat deze naam verwarrend kan werken, is er gekozen voor de naam observaties. Tijdens het uitvoeren van een observatie wordt er gekeken naar hoe de respondent, die binnen de doelgroep valt, omgaat met de website of een ander testobject. Hij moet een aantal opdrachten uitvoeren die zo representatief mogelijk zijn voor de website en de werkelijkheid. Op deze manier kunnen we achter (prestatie) problemen van de website komen.
Er zijn verschillende versies observaties. Deze zijn grotendeels gelijk, maar verschillen op enkele vlakken. Hier gaan we uit van een prestatietest, omdat deze de basis is voor de andere versies.
Observaties kunnen ten alle tijden uitgevoerd worden, als we maar iets hebben om te observeren, daarom wordt deze methode meestal uitgevoerd na het ontwerp of na de realisatie. We kunnen het gebruik van prototypes of andere testobjecten observeren, maar ook verschillende websites of verschillende versies.
Een observatie gaat er voornamelijk over dat we informatie krijgt over hoe een respondent de website gebruikt. Daarnaast is het ook belangrijk om erachter te komen wat de respondent denkt en wat zijn mening is over de website. Door methoden uit te voeren voor en/of na de observatie, krijgen we hier meer informatie over.
interviews en enquêtes zijn algemene methoden die we goed kan gebruiken als aanvullende methoden. Daarnaast kunnen we na het uitvoeren van een observatie een focusgroep sessie houden.
Door het uitvoeren van de volgende methoden kunnen er realistische taken bedacht worden:
Er zit een verschil in wat een respondent zegt te doen en wat een respondent daadwerkelijk doet. Dit kan met verschillende dingen te maken hebben: de respondent zegt wat hij denkt dat de onderzoeker wil horen, ze weten niet precies hoe ze iets daadwerkelijk doen of andere redenen. Daarom willen we zowel te weten komen wat een respondent zegt te doen en wat hij daadwerkelijk doet. Voor dit laatste gebruik we een observatie. Om erachter te komen wat hij zegt te doen of wat hij vindt, kunnen we andere methoden gebruiken of we kunnen we hierop richten voor, tijdens of na de observatie.
Grootschalige observaties met kwantitatieve resultaten kunnen veel nuttige, concrete resultaten opleveren, waarmee het mogelijk is om bijvoorbeeld vergelijkingen tussen verschillende ontwerpen of testobjecten te trekken. Let hierop, kwalitatief onderzoek kent veel valkuilen: testers die niet representatief zijn voor de doelgroep, omgevingsfactoren die mogelijk invloed hebben gespeeld, correlaties die niet significant worden bekeken, geen causaal verband hebben vanwege de invloed van een derde variabele.
De invloed van de onderzoeker op de uitvoering van de taken verschilt per versie. Het gaat van passief naar actief. Bij passief worden de verwachtingen, taken en vragen van tevoren of na het uitvoeren van de observatie behandeld. De observator is tijdens de test niet aanwezig of houdt zich afzijdig. We proberen hier kwantitatieve gegevens te krijgen, waardoor we geen inzicht krijgt op het ‘waarom’. Bij actief is de observator meer betrokken bij de test. De observator mag vragen stellen. Als we hiervoor kiezen, mag de respondent ook vragen stellen. Als we willen weten waarom iemand iets doet, dan kunnen we het gewoon vragen.
Dit is de strengste manier om te observeren, passiever kan niet. We willen achter kwantitatieve gegevens komen, hierdoor is de invloed van de onderzoeker minimaal. Het beste is zelfs als hij niet aanwezig is. Vervolgens kunnen we kijken hoeveel fouten er worden gemaakt (effectiviteit en leerbaarheid), hoe gemakkelijk en snel een taak wordt uitgevoerd (efficiëntie en bedieningsgemak), wat voor fouten er worden gemaakt (robuustheid)
Voordeel
Nadeel
We laten de respondent de taken uitvoeren, zoals we doem bij een prestatietest. Dit houdt in dat onze invloed minimaal is. We nemen zowel het gezicht van de respondent als het scherm op en we maakt aantekeningen van dingen die fout gaan, vragen die we hebben of andere opvallende dingen. Hierdoor kunnen we na het uitvoeren van de observatie, het geheel of een gedeelte aan de respondent terug laten zien en/of vragen wat er door hem heen ging.
Voordelen
Nadelen
Bij think aloud vragen we aan de respondent of hij vertelt wat hij denkt en wat er door hem heen gaat als hij een taak uitvoert. Hij kan vertellen over de stappen die hij uitvoert om een taak te volbrengen, de verwachtingen die hij van tevoren heeft en wat hij denkt achteraf. Think aloud kan helpen begrijpen wat een respondent doet, waarom hij iets doet, wat zijn reactie is en wat er door hem heen gaat.
Voordelen
Nadelen
Bij Co-discovery laat we twee respondenten het testobject bekijken en taken uitvoeren. Vragen we of ze aan elkaar uitleggen wat ze doen en laten ze samenwerken om de taken uit te voeren. Om dit te vergemakkelijken kunnen we ze verschillende rollen geven. Zo kan de een de rol van leraar op zich nemen, die uitlegt aan de leerling hoe iets werkt en kunnen we ze samen laten werken door de een de muis te laten bedienen en de ander het toetsenbord.
Voordelen
Nadelen
We krijgen geen individuele kwantitatieve gegevens. Om dit wel te krijgen kunnen we beter een prestatietest uitvoeren.
Terwijl we samen het testobject exploreren, kan we vragen stellen, hints geven en kan de respondent aan ons uitleggen wat hij doet en wat hij denkt. Dit is een handige versie als we willen weten wat de respondenten vinden van het testobject. Dit zorgt voor een combinatie tussen co-discovery en think aloud.
Voordelen
Nadelen
Dit lijkt op een prestatietest, maar wordt gedaan via de computer. Wij kunnen bepalen hoe veel invloed we uitoefenen op de respondent.
Voordelen
Nadelen
Het gaat hier meer om een toevoeging aan de bovenstaande versies, dan om een opzichzelfstaande versie. Door het gebruik van tools kunnen we namelijk verschillende dingen bijhouden, die lastiger of niet te doen zijn om handmatig te doen. Denk bijvoorbeeld aan filmpjes met mousemovement, heatmaps, clickmaps of zelfs eyetracking.
Voordelen
Nadelen